
Beleggers zijn er vaak van overtuigd dat ze beter dan gemiddeld kunnen beleggen. Helaas komen velen echter bedrogen uit. Om een gemiddeld rendement te krijgen, moet de helft van de beleggers namelijk een lager rendement dan gemiddeld hebben. In plaats van focussen op rendement kun je je beter focussen op kosten. In het kort heb je als belegger dus eigenlijk twee opties:
- Je gaat veel tijd en moeite steken in beleggen en probeert hierbij een zo hoog mogelijk rendement te halen. Je maakt relatief veel kosten en loopt het risico dat je het rendement niet haalt.
- Je bent tevreden met een gemiddeld rendement en belegt daarom passief in een wereldwijde index tegen lage kosten. Je haalt daarbij een gemiddeld rendement.
Persoonlijk heb ik geaccepteerd dat ik niet meer over een bedrijf zal weten dan de gemiddelde belegger. In de vrije tijd die ik heb gaat het mij niet lukken om meer informatie te verzamelen dan de professionele belegger die er 24/7 mee bezig is. Om deze reden beleg ik gespreid en probeer ik de kosten hierbij zo laag mogelijk te houden. Beleggingskosten hebben uiteindelijk namelijk een grote invloed op je netto rendement.
Het verschil in kosten
Omdat het de professionals veel tijd en moeite kost om aandelen te selecteren die beter gaan presteren dan gemiddeld, rekenen ze daar een relatief grote ‘fee’ voor, zeg zo’n 2% per jaar. Als je dit vergelijkt met een ETF waar de kosten ongeveer 0.2% per jaar zijn, dan moeten de actieve beleggers al bijna 2% extra rendement maken om aantrekkelijk te zijn. Je kunt je afvragen of dit de moeite waard is.
Niet alleen ik, maar ook grote beleggers zoals Warren Buffett onderkennen het grote voordeel van ETF’s. Ze zijn vooral interessant vanwege de relatief lage kosten en het relatief lage risico. Het redelijk technische maar wel heel interessante boek De Intelligente Belegger, maakt ook het onderscheid tussen de ‘actieve’ en ‘passieve’ belegger. Mocht je geïnteresseerd zijn in het beleggen in ETF’s, zie dan deze pagina voor de producten waar ik zelf in beleg.